Name: Delta-val
Brand: Andermatt Nederland bv
Price: 0.01 EUR
Availability: InStock

Delta-val bevestigd aan een appelboom - Andermatt Nederland biedt oplossingen voor Monitoring en Vallen.

Delta-val in een boomgaard. Andermatt biedt oplossingen voor Monitoring en Vallen.

Close-up van een delta-val. Andermatt Nederland: uw partner voor Monitoring en Vallen.

De lijmplaat plaatsen in de Delta-val. Andermatt Nederland biedt oplossingen voor Monitoring en Vallen.

Delta feromoonval voor het monitoren van plaaginsecten (motten).

Deze val is te gebruiken in combinatie met verschillende lokstofdispensers voor de DELTA-VAL en lijmplaten voor de DELTA-VAL.

Delta-vallen op een droge plek bewaren.

De bijbehorende lokstofdispensers koel (-18 tot <5°C) opslaan of volgens aanwijzingen in de Gebruiksaanwijzing (zie Documenten hieronder).

De Delta-val zijn per stuk te koop.
De Delta-val lijmplaten zijn per 4 stuks te koop.

Uitgebreide productinformatie

Hoe werkt de Delta-val?

De DELTA-VAL wordt gebruikt in combinatie met een lokstofdispenser. Deze scheiden sexuele of aggregatieferomonen of kairomonen af die de motten aantrekt. Deze blijven vervolgens plakken aan de lijmplaat in de DELTA-VAL, waardoor het monitoren van het begin, de intensiteit en het einde van de vlucht kan worden waargenomen.

Om een mottensoort te monitoren, moet de feromoon-/lokval kort voor de verwachte vlucht worden opgehangen en moet een nieuwe dispenser worden aangebracht. Let op: Oude vallen kunnen feromoonsporen bevatten en mogen daarom niet worden hergebruikt. Vervuiling met vreemde feromonen kan de vangst sterk beïnvloeden.

Hoe kan ik de DELTA-VAL het beste gebruiken?

Aantal vallen
Monitoring: 2 – 4 vallen/ha. Per generatie motten moet een nieuwe dispenser worden
gebruikt.

Ophanghoogte

Fruit: op ooghoogte of 10 cm boven de boomkroon (bijv. aan het hagelnet)
Wijnbouw: in de druivenzone
Kleinfruit: ca. 0,5 –1 m boven de grond (afhankelijk van het gewas)
Groententeelt (open veld): direct boven de groenten. Vallen voor dezelfde insectensoort moeten een minimale afstand van 50 m van elkaar hebben. De vallen voor verschillende insectensoorten moeten minstens 10 m van elkaar geplaatst worden.

Controle
De vallen moeten 1 tot 2 keer per week worden gecontroleerd. Het aantal gevangen insecten kan dan in de tabel worden ingevoerd om een goed beeld van de vlucht te krijgen.

Algemeen:

Om een mottensoort te monitoren, moet de feromoon-/lokval kort voor de verwachte vlucht worden opgehangen en moet een nieuwe dispenser worden aangebracht.
Het is nuttig om gedurende meerdere jaren hetzelfde type vallen met dezelfde dispenser van dezelfde leverancier op te hangen, altijd op dezelfde plek. Alleen zo kunnen veranderingen in een vlinderpopulatie in de loop der jaren worden waargenomen.