topcat grondboor

De topcat is een mechanische val, voor de bestrijding van woelratten en mollen. De val word in de tunnelgangen gesteld en vangt langs beide looprichtingen van de tunnel. Een langslopende woelrat verschuift de ontspanner, waardoor een sterke veer een binnenroor laat naar beneden schieten. De sterke veer zorgt voor een harde klap, respectievelijk een snelle dood en daardoor zo min mogelijk dierenleed.

Aangezien de halve val uit de grond steekt, is er een bovengrondse vangstcontrole mogelijk, zowel visueel als ook akoestiek als men zich in de buurt bevindt.

Lokaliseer de tunnel met de zoekstaf. Om een gang te vinden steekt u de zoekstaf in de buurt van nieuwe aardhopen in afstanden van ca. 5 cm ongeveer 10 tot 15 cm diep in de bodem, totdat u duidelijk een holle ruimte waarneemt. Vergroot het gat met de zoekstaf, zodat u met een vinger de gangrichting kunt vaststellen. Vermijd daarbij de gang met uw voetstappen te beschadigen.

Snijd met de grondboor in een draaiende beweging een scherpgekant gat tot 3 tot 4 cm onder de gangbodem. Doe dit met geringe druk zodat de gang niet beschadigd wordt. Trek de grondboor voorzichtig met aardprop en al uit het gat. Verzamel met de punt van de zoekstaf alle losse aarde naar het midden van het gat, en druk met de knop van de zoekstaf de gang mooi glad.

Zet de gesloten val zo in het gat dat de opening zo goed mogelijk met de gangrichting en de ganghoogte overeenkomt. Druk met de hand de aarde aan de oppervlakte zo aan dat het gat waarin de val steekt gesloten is, zodat lucht en licht de muizengang niet binnen kunnen dringen. Zorg dat er voldoende ruimte blijft voor de spanner. Zet vervolgens de val scherp en markeer de plek duidelijk met een markeerstaafje.

Wanneer de val is dichtgeslagen beweegt u de val voorzichtig heen en weer om het gat groter te maken. Trek vervolgens de val voorzichtig uit het gat. Verwijder de vangst en plaats de geleegde val terug in hetzelfde gat. Dit blijft u herhalen tot er geen muis meer gevangen wordt en de val niet verwoeld wordt. Vervolgens verwijderd u de val en plaatst u een markeerstaafje in het open gat. Wanneer het gat na enkele uren niet opnieuw verwoeld is weet u dat zich geen muizen meer in de gang bevinden.

Het hele jaar door kunnen woelratten en mollen bestreden worden. Geschikte momenten zijn in het voorjaar en in het najaar. Het belangrijkste is echter: de aanhouder wint!

• Een bestrijding in het voorjaar reduceert en verzwakt de populatie, die zich vanuit een lager niveau zal ontwikkelen. Aangezien uit een vrouwelijk woelrat in de meest gunstige omstandigheden tot 500 nakomelingen kunnen ontwikkelen, heeft de bestrijding voordat de voortplanting begint, het meeste effect.
• Een bestrijding in het najaar net voor de winter verzwakt de overwinterende populatie, waardoor mogelijk minder dieren de winter zullen overleven. Hierdoor word de beginpopulatie van het volgende seizoen verlaagd.

Muizengif of rodenticiden zijn gifstoffen die niet selectief werken, maar werking hebben op alle zoogdieren, inclusief de mens. Wanneer natuurlijke vijanden of aasvreters knaagdieren eten die aan rodenticiden zijn overleden, kunnen zij als gevolg van een secundaire vergiftiging verzwakken of zelfs doodgaan. Denk hierbij aan alle mogelijke natuurlijke vijanden zoals vossen, katten, honden, wezels, hermelijnen, buizerds, uilen, valken, reigers en nog veel meer. De natuurlijke vijanden zijn de basis van een effectieve beheersing van de knaagdierpopulatie, die kosteloos, 24 uur per dag en 7 dagen per week actief zijn.

Tegen een mechanische klem ontstaan ook geen resistenties. Integendeel, een mechanische klem kan zelfs mogelijke resistenties voorkomen. Van een resistentie is sprake als een standaarddosering van een middel geen of nauwelijks effect meer heeft op het doelorganisme. Op alle toegelaten rodenticiden zijn resistenties aangetoond.

topcat bevat een sterke mechanische klem, die de dieren met zo min mogelijk dierenleed doden. Een sterke klem word als diervriendelijker beschouwd als een 'levend-val'. In een val waarmee dieren levend gevangen worden, raken de dieren door stress en voedselgebrek verzwakt. Worden zij vervolgens uitgezet in de natuur, dan hebben deze dieren nauwelijks kans op overleving. Het habitat is of niet geschikt of reeds bezet, waardoor ze, reeds verzwakt, langzaam en onder stress alsnog sterven.